Jannis Brevet - De kunst van het weglaten

De keuken doet tijdelijk dienst als atelier. Jannis Brevet werkt daar niet aan nieuwe creaties voor op het bord, maar schildert er, vouwt er en construeert er zijn kunstwerken.

Tekst: Nanska van de Laar | STRRN Magazine mei 2021

Kunst loopt als een rode draad door het leven van Jannis Brevet, eigenaar en chef van driesterrenrestaurant Inter Scaldes in Kruiningen. Vraag hem of hij liever kok of kunstenaar zou willen zijn, er komt geen eensluidend antwoord: ‘Ik kook heel graag, het is bijna een heilig moeten. Maar kunst maken vind ik ook heel mooi. Het is voor mij goed te combineren.’

Het restaurant en hotel liggen er verlaten bij. Een argeloze bezoeker zou bij het betreden van het pand kunnen denken een museum binnen te wandelen. Er hangt ook nogal wat. Zoals delicate papierkunst van Claudine Drai, indringend fotowerk van Desiree Dolron en sobere abstractie van Jaap Egmond. ‘Ik verzamel graag kunst,’ verklaart Brevet. ’Ik hou van de naoorlogse abstracte kunst, het suprematisme en constructivisme. Het werk uit de ZERO ART-beweging, zoals Egmond, maar ook Jan Schoonhoven. Het is de simpelheid, maar ook het gebruik van materialen die mij aanspreken.’

‘Yves Klein blauw’
De kunstbeweging ZERO ontstond medio jaren 50 van de vorige eeuw toen een groep jonge kunstenaars, onder wie Otto Piene en Heinz Mack, zich los wilden worstelen van de zwaarmoedigheid die de kunst regeerde in de naoorlogse jaren. Ze zochten naar vernieuwing, begonnen te experimenteren met andere materialen en gebruikten in hun werk veelal effen kleuren. Zo werd de Franse kunstenaar Yves Klein bekend door het gebruik van blauw in zijn monochrome kunststukken. De specifieke ultramarijn blauwe kleur die zijn werk kenmerkt, wordt zelfs ‘Yves Klein blauw’ genoemd.

Brevet hoeft niet in veel woorden te zeggen dat hij ook een bewonderaar van Klein is. Hij heeft er zelf geen aan de muur hangen, een Klein kost heden ten dage wel wat slordige miljoenen, maar hij kent wel een verfspecialist in Amsterdam die voor hem de kleur blauw mengt die heel dicht in de buurt komt van ‘Yves Klein blauw’.

In zijn keuken hangen en staan enkele ‘blauwe’ werken die de sterrenchef recentelijk heeft gemaakt. ‘Het zijn geen kopieën,’ verduidelijkt hij. ‘Ik maak kunstwerken niet na, maar ik laat me er wel door inspireren door me te verdiepen in de filosofie die erachter schuilt. Sommigen mensen zien misschien niets in zo’n groot blauw kleurvlak en dat mag. Ieder zijn eigen mening, maar als je je verdiept in het waarom een kunstenaar dat doet, dan leer je dat alles een toegevoegde waarde heeft.’

Alles van meerwaarde
Zo moet voor Brevet ook alles wat hij op het bord doet van meerwaarde zijn. ‘Ik ben niet van de takjes en spektakel op het bord. Ik ben van less is more en ik leer nog steeds om dingen weg te laten. Een product moet wel top zijn en de cuisson van een stukje vlees of vis moet perfect zijn. Een mooie saus erbij en dan nog een of twee producten op het bord. Meer hoeft het niet te zijn. Natuurlijk is er een visueel aspect, ik ben ook gek op serviezen, en op het bord zie je wel bepaalde vormen terug. Die kun je misschien associëren, als je een beetje een kenner bent, met de kunst die mijn interesse heeft, maar het gaat niet alleen om de kleuren en vormen, maar om het hele smaakpalet. Dat moet kloppen.’

‘Als ik timmerman zou zijn, zou ik de mooiste stoelen willen maken.

Niet simplistisch, maar minimalistisch en met een groot streven naar perfectie.  ‘Ik heb een ontzettende prestatiedrang. Ik ben er ook van overtuigd dat als je iets wilt, je alles kunt maken. Als ik timmerman zou zijn, zou ik de mooiste stoelen willen maken. Als kok wil ik de mooiste gerechten maken. En als ik schilder, wil ik een mooi schilderij maken.’  Het komt niet allemaal als vanzelf, want Brevet erkent dat hij wel druk moet voelen om te presteren. ‘Nu we dicht zijn, sta ik niet in de keuken te experimenteren met gerechtjes. Dat komt wel weer als we aan de gang mogen en gasten kunnen ontvangen. We doen ook niet aan afhaalgerechten, want wat ik maak kan ik niet vertalen naar een thuismenu. Bovendien komt zestig procent van onze gasten uit het buitenland en loont het niet om alleen voor het eigen dorp open te gaan, want Kruiningen is maar een klein plaatsje.’

De drive en de mindset
Brevet verveelt zich overigens niet. Hij brengt nu veel tijd door met het maken van kunst. Niet dat dat wel als vanzelf komt. ‘Nee, het is niet zo dat ik mijn atelier ga zitten, of nu dan in de keuken, en er meteen iets ontstaat. De inspiratie komt en gaat, net als bij het bedenken van gerechten. Maar als ik eenmaal de drive te pakken heb en de juiste mindset, ga ik ook wel door.’  In het restaurant hangt zijn eigen werk naast dat van grote kunstenaars, onder wie dus de Franse kunstenares Claudine Drai. Brevet vertelt het verhaal achter zijn eerste aankoop van een Drai, een fragiel maar evenzo imposant werk van papier waarin je danseressen zou kunnen zien. ‘We waren op een kunstbeurs in België waar we werk van haar zagen. Ik was meteen onder de indruk, maar de atelierhouder vertelde me dat zij niet zomaar haar werk aan Jan en alleman verkoopt. Ik heb haar toen een mail gestuurd en kreeg de uitnodiging om haar te bezoeken in haar atelier in Parijs. Er was een goede klik en we mochten werk van haar kopen. Ze is daarna een keer hier geweest en heeft twee werken voor ons gemaakt.’

                                                                                  tekst gaat verder onder foto

 

Brevetmuseum
Het hotel van Inter Scaldes zou je het Brevetmuseum kunnen noemen. Hier staat en hangt alleen maar werk van de chef zelf. Zowel in de lobby als in de hotelkamers. Op de ‘uitlegbordjes’ steekt de maker niet onder stoelen of banken op het werk van welke kunstenaar zijn eigen werk geïnspireerd is. Zo inspireerde bijvoorbeeld de Duitse ZERO-kunstenaar Günther Uecker de Zeeuw in het maken van een spijkerreliëf. En ook hangt er een ‘Schoonhoven’ uit Kruiningen in de lobby. ‘Een echte is niet te betalen,’ lacht Brevet. ‘En zou ik ook nooit in het hotel ophangen. Het zou allemaal niet te verzekeren zijn als ik hier echte kunst zou ophangen, dus ik hang hier alleen maar eigen werk op.’  Dat eigen werk is ook echte kunst. Zoals een van zijn meest recente werken die in de lobby hangt en dat van een behoorlijk formaat is. Geheel opgebouwd uit langspeelplaten die secuur gehalveerd en verlijmd zijn. ‘Ik heb die platen langs de weg gevonden. Ik ben ook een verzamelaar, ik bewaar van alles.’ Bijzonder is het object dat verderop in de hal staat. Het is een bank, ‘belegd’ met witte eieren. Echte eieren, inderdaad. ‘We gingen het hotel verbouwen en het een andere sfeer geven qua inrichting. We konden alles aan iedereen kwijt, behalve een oud kerkbankje. Wat moet je daar dan mee doen?’

Laat het maar over aan Brevet, want die weet in zijn kunst wel raad met alledaagse materialen en gebruiksvoorwerpen. Opvallend daarbij is de zorgvuldigheid waarmee hij te werk gaat. Elke compositie vervaardigt hij met oog voor detail. Het is de kunst die Brevet beheerst, zowel op doek als op het bord. En dat is de kunst van  het weglaten.